Opdracht 9: Verwerkingsopdracht roman

De Zaak Alzheimer - Jef Geraerts 

Samenvatting

In De zaak Alzheimer worden er op drie dagen tijd zes verdachte moorden gepleegd. Vincke en Verstuyft van de antwerpse politie vermoeden al vroeg in het onderzoek dat het gaat om een professionele moordenaar. Ze blijken later gelijk te hebben. Angelo Ledda is een Amerikaanse huurmoordenaar met de ziekte van Alzheimer die naar Antwerpen komt voor zijn laatste klus. Deze klus verloopt wel anders dan zijn voorgaande jobs. Hij vermoordt een aantal mensen ‘voor de kick’ en speelt een spelletje met de politie. 

 

Opdracht E: Herschrijf een fragment vanuit een ander vertelperspectief

Origineel fragment

Origineel fragment: p. 10-11

Op ongeveer een kilometer in vogelvlucht daarvandaan, in de Seringenlaan, stond een man in de brede dreef recht tegenover nummer 15 B in de schaduw van een dikke beuk te wachten. Hij was klein van postuur, maar opvallend breed gebouwd. Hij was van kop tot teen in het zwart gekleed en zijn gestalte versmolt zo volmaakt met de omgeving, dat zelfs voorbijgangers hem met moeite zouden kunnen onderscheiden, maar daarvoor was geen gevaar: op dat uur lag de omgeving er als uitgestorven bij. De bewoners van wat zij zelf een exclusieve buurt noemden maar wat in werkelijkheid een enclave van nouveaux riches was, sliepen of zaten gezellig in hun comfortabele huizen, omgeven met grote tuinen, meestal voorzien van een stil alarmsysteem, een peperdure modetrend waar weinigen van wat in het jaar vijfentachtig voor de elite doorging, aan konden weerstaan. Telkens als er een wagen aan kwam rijden, keek de man met een katachtig rukje van zijn hoofd in die richting, maar bewoog verder niet. De wagens reden voorbij en dan werd het, afgezien van het drukke verkeer op de E 3 Ring die vlakbij was, opnieuw relatief stil. Net nadat hij op de verlichte wijzerplaat van zijn kwartshorloge had gezien dat het tien voor middernacht was, draaide een zware wagen geruisloos vanuit de Acacialaan de Seringenlaan in, vertraagde, stak zijn knipperlamp aan en stopte op twee meter van het hek. De man in de schaduw stak snel de straat over, bracht intussen de rechterhand omhoog, trok de ritssluiting van zijn jack open en haalde iets tevoorschijn. Het portier van de wagen ging open en een zwaar gebouwde man die een sigaar rookte, stapte uit en zocht naar de sleutel om het hek te openen. De man in de schaduw naderde. Net toen de andere zich voorover boog om naar het sleutelgat te zoeken, was hij vlakbij en richtte het voorwerp dat hij zopas uit zijn jack had gehaald (en dat mat glansde in de straatverlichting) op het hoofd met de sigaar, dat zich abrupt omdraaide, hevige angst uitdrukte en iets uitstootte met een euh-klank erin. Op dat ogenblik spoot een helwitte gloed uit het glanzende voorwerp tegelijk met een oorverdovende explosie, het hoofd kreeg een klap als van een voorhamer en het lichaam viel zonder een kik te geven als een blok tegen het hek, één arm ging in een stuiptrekking omhoog, waarna het lichaam gekormd bleef liggen. Kort na elkaar volgden nog vijf explosies die als kanonschoten door de nacht scheurden. De man in het zwart deed toen (rustig, accuraat, snel) het volgende: zijn wapen weer onder het jack steken, zich voorover buigen, nauwkeurig toekijken, knikken, naar de wagen lopen, waarvan de motor stationair draaide, instappen, het portier dichtslaan, achteruit rijden, zachtjes, heel zachtjes in de richting van de Eglantierlaan verdwijnen. 

Nieuw vertelperspectief: overbuurman, bewoner Seringenlaan 15 B

Toen ik de hond buitenliet langs de zijdeur en een blik naar buiten wierp, leek het me of er iemand onder de beuk voor het hek stond. Ik probeerde een beter zicht te krijgen maar in dit hondenweer wou ik niet naar buiten gaan. Het stille alarm doet zijn werk wel indien nodig. Ik liet de hond nog even in de tuin lopen en liet hem om tien voor twaalf terug binnen. Op dat moment zag ik meneer Arts, mijn corrupte overbuurman, komen aanrijden in zijn Mercedes. Waar heeft die weer uitgehangen tot dit uur? Vast weer duistere zaken gaan doen. Hij is een schande voor de eerlijke mensen die in deze buurt wonen en die hard gewerkt hebben om dit alles te kunnen bereiken, zoals ik. Meneer Arts stapte op zijn gebruikelijke manier –met veel moeite wegens zijn grote overgewicht– uit zijn wagen om de poort te openen. Hij rookte weer een van zijn veel te dikke sigaren. Ik keek wat beter en zag opeens een man van onder onze beuk wegstappen en de straat oversteken. Het was een kleine, brede man die volledig in het zwart gekleed was. Terwijl hij de straat overstak, nam hij iets uit de binnenzak van zijn leren jas. Ik probeerde te zien wat het was, maar aangezien hij met zijn rug naar mij liep, kon ik dit onmogelijk uitmaken. Hij liep richting meneer Arts. Gaat hij nu ook al hier in onze mooie buurt zijn verdachte zaken afhandelen? Ik zou hem eens wat meer in de gaten moeten houden. Als de politie hem kan betrappen op contacten met zulke onbetrouwbare mannen, wordt hij misschien opgepakt en dan zijn we van zijn storende aanwezigheid in onze aardige buurt af. Wat zou de man hem geven?
Wanneer meneer Arts net zijn sleutel in het sleutelgat wilde steken, stond de man achter hem. Het voorwerp dat hij uit zijn zak haalde, is nu wat beter zichtbaar. Hij wees ermee naar het hoofd van meneer Arts, die zich net omdraaide met die vieze sigaar in zijn mond. Het object in de hand van de man glom in de straatverlichting. Wacht, is dat... is dat een pistool? Voor ik beter kon kijken, hoor ik de eerste knal. Het hoofd van meneer Arts klapte naar achter en zijn lichaam viel tegen het hek. Meteen daarna volgden nog vijf schoten. De man met het pistool boog voorover om het lijk te bekijken en draaide zich dan koeltjes om. Ik vluchtte naar binnen zodat hij me niet zou kunnen zien. Op dat moment kwam mijn vrouw de trap afgestormd. ‘George, wat was dat?’ vroeg ze me helemaal overstuur. Ik gluurde nog eens door het raam in de woonkamer en zag de auto van meneer Arts traag de straat verlaten.